In de laatste tien jaar is het aantal meldingen van verward/onbegrepen gedrag op straat meer dan verdubbeld. In 2022 ging het om zo’n 138.000 meldingen. Dat zijn ongeveer 378 meldingen per dag. Het gaat hierbij om een grote diversiteit aan mensen met een complexe combinatie van een aandoening of beperking en overige, sociale, problematiek. Zo kan het gaan om overlastgevers uit verveling of onvrede met de maatschappij, maar ook om mensen met een (lichte) verstandelijke beperking, daklozen, mensen met een psychiatrische stoornis, verslaving of een oudere dame met dementie die op straat ronddoolt.
Deze complexiteit vraagt om specifieke hulpverlening en samenwerking. Als professional kan het soms ontbreken aan de specifieke kennis en ervaring die nodig is bij de zorg voor deze diverse groep. Vanuit de overheid wordt het probleem erkend en is er veel geld beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van initiatieven die bijdragen aan de ‘juiste vorm van zorg of ondersteuning voor de mensen achter deze meldingen’. Maar wat werkt, en wat niet? Hoe kunnen we met elkaar goede zorg leveren aan deze mensen? Hoe maak je echt contact met deze groep? Wat hebben zorg, politie en gemeente van elkaar nodig en wat hebben ze elkaar te bieden in de zorg voor onbegrepen personen?
In de ochtend ligt de nadruk op hoe ons systeem omgaat met verwarde personen. Wat gaat daarin goed, wat kan er nog beter en hoe kunnen we dat met elkaar doen? In de middag verschuift de focus meer naar het individu en staat de vragen ‘Wat hebben verwarde mensen nodig in de hulpverlening?’ en ‘Wat betekent dit voor jou als hulpverlener?’ centraal. Een leerzame dag waardoor we met elkaar de zorg voor mensen met verward gedrag nog een beetje beter kunnen te maken.